Archief Gooi en Vechtstreek

Korte geschiedenis van een pleegkind - Wim Fecken - 1/6/1881

Korte geschiedenis van een pleegkind - Wim Fecken - 1/6/1881

Een geschiedenis van ruim negentien kantjes tekst. Maar omwille van de beperkte plaatsruimte hier de hoofdpunten uit een onderzoek. Een onderzoek dat wel als topsport aangemerkt kan worden vanwege veel ondervonden barrières. De persoon in kwestie beschouw ik als mijn platonische vriendin die warme gevoelens bij mij opwekte. Lees hier het waarom. Soms vind je vreemde berichtjes in de archivalia. Als voorbeeld een kort briefje van de burgemeester van de plaats Soest van 13 augustus 1887 en gericht aan zijn ambtgenoot in 's-Graveland.

Een zekere vrouw Van Beek, geboren J. van Zweden, geeft voor in maart 1886 à costi (ter uwer plaatse) wonende een kind aangenomen te hebben van een zekere schipper G. de Weerd, die met een schip steenen in uwe gemeente zoude gelegen hebben; dat de grootvader van gebrek in dat schip zoude zijn gestorven en ten koste uwer gemeente begraven. Dat zij het kind uit medelijden heeft aangenomen enz. enz. Deze vrouw woont sedert november 1886 alhier in Soest. Gaarne zou ik van u vernemen of dit waarheid is, dan wel een verhaal.

Het antwoord van 's-Gravelands burgemeester kwam al snel want twee dagen later schreef hij het volgende bericht aan zijn ambtgenoot in Soest.

In antwoord op het verlangen vervat in uwe letteren van den 13 dezer maand N.363, wordt u medegedeeld dat op den 26 februari 1886 te dezer plaatse, in een schip liggende in de vaart alhier, is overleden Hendrik de Weerd, schipper, woonachtig te Hattem en deze ten laste dezer gemeente is begraven. Of hij uit gebrek is gestorven en of een kleinkind van hem door eene vrouw genaamd Van Beek, ter verzorging is opgenomen, is mij niet bekend.

Wat voor verhaal schuilde achter deze briefwisseling? Daar de archivalia verder geen informatie gaf heb ik het 'reilen en zeilen' van het kind gevolgd. Ja, de grootvader Hendrik de Weerd, weduwnaar en 59 jaar, was op 21 februari 1886 's nachts om half drie in het schip 'De vrouwe Aagje' liggende in de vaart te 's-Graveland overleden. Zijn zoon Gerrit, schipper en 34 jaar, en Tobias Kost 49 jaar en veldwachter deden de aangifte. Over het weer ten dien tijde is ook nog iets te vermelden. In januari is het gaan vriezen. Op de 20e van die maand wordt er al geschaatst. Op vrijdag 12 februari is er in Ankeveen iemand door het ijs gezakt en verdronken. Op zaterdag 27 februari zijn er wedstrijden op de schaats verreden en het heeft ook al eens gesneeuwd, zo schrijft de G. en E.

Gerrit met het kleine kindje op zachter weer wachtend in het kleine roefje op het achterschip ziet lijdzaam de dagen verglijden en overdenkt de situatie. Zijn kleine oogappel kan onmogelijk aan boord blijven. Er gloort hoop. Mevrouw Jannetje Van Beek-Van Zweden wil het kindje opnemen en doet dit daadwerkelijk. Maar op 30 oktober 1886 verhuist de familie met het kleine kind van 's-Graveland naar Soest, de oorspronkelijke gemeente van afkomst. Veel onbeantwoorde vragen smeekten om een antwoord van schrijver dezes. Waarom was de moeder niet aan boord? Wat was de naam van het kindje en hoe oud was het? Was de opvang van tijdelijke aard?

Het zoekplaatje ging naar Soest, het duurde even maar het kindje werd daar daadwerkelijk ingeschreven. De koers werd daarna verlegd naar Hattem. Van het streekarchief voor Epe, Hattem en Eerde ontving ik belangrijke informatie. Gerrit de Weerd, schipper, woonde met zijn vrouw Aagje ten Katen in de jaren tachtig van de 19e eeuw aan boord van hun schip. Gerrit en Aagje trouwden op 1 juni 1881 in Hattem en kregen twee dochters; Cipriana Geertruida, geb. op 21 december 1881 in Hattem aan scheepsboord en uitgeschreven op 27 november 1886 naar Soest. Dit is dus het meisje waar het om gaat. De tweede dochter was Annigje, geboren 8 oktober 1883 en overleden. 6 januari 1885 in Schiedam aan boord van een vaartuig, zoals vermeld werd. De moeder Aagje ten Katen overleed in het Krankzinnigengesticht in Zutphen op 22 december 1891 op 39 jarige leeftijd. Cipriana was toen niet meer aan boord van vaders schip maar als tienjarig meisje zal zij er kennis van hebben gekregen.

Het was een kille mistige woensdag de 21e dec. 1881 toen Cipriana werd geboren, de temperatuur kwam niet boven de plus twee graden uit. Zij was een peuter van 4-jaar en elf maanden toen zij bij de familie Van Beek in huis kwam. Nu ik dit alles wist wilde ik een foto in handen zien te krijgen van Cipriana. Dat werd een lange weg en voerde mij naar Hilversum, 'De Zwaluwenberg'. Lage Vuursche, Bilthoven, Houten, Wijk bij Duurstede Austerlitz en meer plaatsen. Cipriana kwam terecht in families die koddebeier, veldwachter, en onbezoldigd rijksveldwachter als beroep hadden. In Bilthoven kreeg ik van de gemeente enige summiere informatie en werd mij duidelijk dat Cipriana vijf zonen had. Dus getrouwd was. Zij trouwde op 14 augustus 1903 in De Bilt en overleed op 20 november 1916 in Driebergen-Rijsenburg. De zonen trouwden en verspreidden zich in het Utrechtse.

Overleden met achterlating van kroost. Om aan familieadressen te komen vergde de nodige inspanning. Gemeentelijke instanties mochten mij geen informatie verstrekken. Een oproep in het Nieuwsblad 'De Kaap en Stichtse Courant' aan afstammelingen van Cipriana leverde de beoogde informatie op. Bejaarde familieleden melden zich en na vele gesprekken per telefoon en bezoekjes her en der kwam de foto met daar op Cipriana te voorschijn. Kleinkinderen nu al opgevorderde leeftijd, zeg maar hoogbejaard, wisten nimmer dat de foto die op de schoorsteenmantel en ook wel op het dressoir stond, bij hun opa, zijn eerste vrouw was. Met andere woorden dat de vrouw op de foto hun grootmoeder Cipriana was. Dat kon ook haast niet anders want toen die kleinkinderen werden geboren was hun grootmoeder Cipriana al overleden. Vaag wisten zij dat er ooit een Cipriana in de familie hoorde. Al de bezochte familieleden heb ik blij kunnen maken met onderstaande foto.

Cipriana Geertruida de Weerd.

Hier dan Cipriana Geertruida de Weerd, de schippersdochter die als vierjarig meisje in 1886 in 's-Graveland werd afgestaan. Mogelijk is de foto omstreeks haar huwelijk in 1903 gemaakt. Het lijkt alsof zij zwanger is en zal ca. 21 jaar zijn. Haar rechterwijsvinger is gekwetst en zit in verband. De foto lag in de spreekwoordelijke oude doos in Bilthoven-Rijsenburg. Bron: Mw. P.J. van der Laan een ongetrouwde kleindochter en al ver in de tachtig jaar.

Als afsluiting bij dit verhaal moet nog gezegd worden dat de grootvader Hendrik de Weerd, Cipriana's opa, inderdaad zijn graf vond aan de Beresteinseweg in 's-Graveland. Het huwelijk van Cipriana de Weerd met Pieter van der Laan werd in Rotterdam bezegeld. Het waarom is gelegen in het feit dat haar vader toen al ruim 48 jaar schippersknecht was en aldaar woonde. Het paar had vier getuigen meegenomen en het zegt ook nog iets over de band met die getuigen. De eerste was Jan van Garderen een neef van de bruidegom, dan Jan van der Laan een broer. Ene Hendrik van de Bunt uit Soest waarvan de relatie tot het echtpaar mij niet bekend is geworden en haar pleegvader uit Soest Jan van Beek. Fijn dat met de laatste de relatie altijd in stand is gebleven en dat wekte warme gevoelens bij schrijver op.

Echtgenoot Pieter van der Laan was een zoon van Jan van der Laan en Hendrina van Garderen die woonden in de Lage Vuursche in de Koudelaan. Cipriana was bij hen inwonend en zag wel wat in die stoere zoon en koddebeier. Cipriana stierf in Driebergen-Rijsenburg aan tuberculose en een maand voor zij vijfendertig jaar werd. Ook haar jongste zoon werd geïnfecteerd maar herstelde. Volgens overlevering werd zij oma Sientje genoemd. Zij was een lieve vrouw maar kampte wel veel met ziekte.

Auteur:Wim Fecken
Periode:1/6/1881-20/11/1916
Locatie:'s-Graveland Noordereinde

Locatie op kaart