Archief Gooi en Vechtstreek

Autorijles van rijschool Mulder - Bep (G.L.) De Boer - 1962

Autorijles van rijschool Mulder - Bep (G.L.) De Boer - 1962

In 1962 vonden verschillende mensen uit mijn omgeving dat ik een auto nodig had. En daarvoor moet je een rijbewijs hebben. Ik vond het allemaal maar onzin. Ik deed mijn werk op de fiets en voelde me daar happy bij. Zelf had ik daar nooit bij nagedacht. Ik in een auto rijden? Maar ik had het volgens vrienden en kennissen gewoon nodig. De kilometers die ik per fiets dagelijks aflegde kregen zij gewoon maagzuur van. Dus ging ik op zoek naar een autorijschool. Diezelfde vrienden en kennissen vonden dat ik bij Mulder moest gaan lessen, dat hadden zij ook gedaan en wel met veel plezier en iedereen was in één keer geslaagd. Dus ging ik naar ’t Paadje 36 waar de heer Mulder van de rijschool woonde. Ik sprak de heer J.Mulder sr, en hij vond dat ik eerst theorie moest doen. Dat werd door hem gegeven in de serre van Nick Vollebregt’s Jazz- en Eetcafé aan de Naarderstraat.

Dat was éénmaal per week en dat was vreselijk gezellig. Het werd de gezelligste avond van de week. We waren met zo’n 10 á 12 leerlingen, dames en heren. Ook de gymleraar de heer Veltman moest de theorie leren. Die man had een hele harde stem en zijn opmerkingen waren soms hilarisch. Dan lag de hele klas in een deuk inclusief de heer Mulder. Maar lesgeven kon de heer Mulder als de beste en ik meen me te herinneren dat we allemaal slaagden. Dus die theorie was klaar en toen moest ik gaan autorijden. Ik kreeg les van Jaap Mulder, de zoon van onze theorieleraar. Nou ben ik een technische onbenul maar moest wel een heleboel technische dingen leren. Bij alles wat ik deed moest ik erg nadenken, en vaak deed ik het toch weer verkeerd. Maar Jaap was geduldig en legde me het dan nog een keer uit.

We begonnen met een ritje door de Eemnesser polder om te leren schakelen. Daar was het lekker rustig en was je niemand tot last. Toen ik dat een beetje door had gingen we echt door het Gooi rijden, en vooral door de nauwe straatje van Laren. Nou ben ik op de fiets gewend om om me heen te kijken. Maar dat mocht natuurlijk niet in de lesauto. En dat deed ik wel, ik kon het niet laten. Er was zoveel te zien onderweg en Jaap Mulder werd af en toe een beetje kriegel.

Tot op een keer na zo’n 2 maanden les, reden we in Bussum over de Huizerweg. Daar, nabij het Mouwtje, zag ik een mooie bloeiende boom. (Het Mouwtje is een waterpartij langs de Frederik van Eedenweg) . Prachtig, zacht rose, geweldig. Dus ik zei enthousiast: “O Jaap, kijk daar eens wat een mooie boom”. Waarop hij boos antwoordde: “Jij moet op de weg letten en niet naar een boom kijken”. Dat had ik al zo vaak van hem gehoord, dus nam ik op dat moment het besluit er maar mee te stoppen. Ik reed linksaf het Beatrixplantsoen op in plaats van rechtdoor zoals Jaap had gezegd. Hij vroeg me wat ik nu weer aan het doen was. Toen ik hem vertelde dat we weer naar Laren gingen en dat ik er mee wilde stoppen, vond hij dat een heel goed idee. We werden een beetje gek van elkaar. Als goede vrienden hebben we afscheid genomen. Wat was dat een opluchting dat ik niet meer hoefde te rijden. Nooit heb ik meer autorijles gehad. Ik heb er nooit spijt van gehad. En de rest van mijn leven tot nu toe heb ik rondkijkend op de fiets van m’n omgeving kunnen genieten.

Helaas is Jaap al in 1980 overleden. Maar ik denk nog altijd aan hem als de geduldige en toch wel fijne instructeur.

Bron: Celine Mulder

Auteur:Bep (G.L.) De Boer
Periode:1962
Locatie:'t Paadje 36 Laren

Locatie op kaart