Archief Gooi en Vechtstreek

Detail Archief

Detail Archief

BestandsnummerSAGV092
Archiefcategorie1.2.6 economische zaken
ArchieftitelArchief van het Gemeentelijk Energiebedrijf Hilversum (GEB) en rechtsvoorgangers (Gasfabriek, Electriciteitsbedrijf, Lichtbedrijven, Radiodistributiebedrijf)
PlaatsHilversum
Datering1884-1979
Omvang7.5 m
ArchiefdienstStreekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum
InventarisInventaris van het archief van van het Gemeentelijk Energiebedrijf Hilversum (GEB) en rechtsvoorgangers (Gasfabriek, Electriciteitsbedrijf, Lichtbedrijven, Radiodistributiebedrijf). 1884-1979.

  •  Geschiedenis van "de gemeentelijke lichtbedrijven" te Hilversum, later "het gemeentelijk energiebedr
    • Geschiedenis van "de gemeentelijke lichtbedrijven" te Hilversum, later "het gemeentelijk energiebedrijf", 1884 1979.
  •   Door D.J. Dekker, 1995
    • Door D.J. Dekker, 1995
  •   1. De Gemeentelijke Lichtbedrijven, 1921 1957.
    • 1. De Gemeentelijke Lichtbedrijven, 1921 1957.
  •   a. Het Gasbedrijf.
    • a. Het Gasbedrijf.
  •   Vóór 1860 werd nog gebruik gemaakt van olielampen voor de straatverlichting. In 1859 richtte C.M.A
    • Vóór 1860 werd nog gebruik gemaakt van olielampen voor de straatverlichting. In 1859 richtte C.M.A. Hafkenscheid een verzoek aan de gemeenteraad om een gasfabriek te mogen exploiteren. In 1860 werd hem de concessie verleend met daaraan gekoppeld de opdracht om ook de openbare straatverlichting te verzorgen. Daarnaast werd gas geleverd aan particulieren. De fabriek werd gevestigd aan de Neuweg.
  •   In 1868 werd het beheer van de gasfabriek omgezet in een N.V. en omstreeks die tijd ontstonden er
    • In 1868 werd het beheer van de gasfabriek omgezet in een N.V. en omstreeks die tijd ontstonden er problemen tussen de directie van de gasfabriek en het gemeentebestuur van Hilversum over de te hoge prijs van het gas. Dit resulteerde in 1884 dat er geen verlenging van de concessie werd verleend en de gemeente op 16 mei 1885 besloot om een gemeentelijke koolgasfabriek op te richten op de heidevelden ten oosten van Hilversum, later de Kleine Drift genoemd. (1) In 1912 werd de fabriek uitgebreid met een watergasfabriek. (2)
  •   Op 18 februari 1921 besloot het gemeentebestuur tot samenvoeging van het gasbedrijf met het in 191
    • Op 18 februari 1921 besloot het gemeentebestuur tot samenvoeging van het gasbedrijf met het in 1919 van de Provincie overgenomen elektriciteitsbedrijf, voor wat betreft administratie, kas en magazijn. De nieuwe naam voor deze bedrijven werd: Gemeentelijke Lichtbedrijven.
  •   In 1925, 1927, 1930 en in 1931 is Hilversum begonnen met levering van gas aan respectievelijk 's G
    • In 1925, 1927, 1930 en in 1931 is Hilversum begonnen met levering van gas aan respectievelijk 's Graveland, Kortenhoef, Loosdrecht en Laren, na de 2e wereldoorlog kwamen daar Bussum, Huizen en Baarn bij. Tijdens de oorlogsjaren werd door een aantal Gooise gemeenten (waaronder Hilversum) getracht een "N.V. Gasvoorziening 't Gooi" (GAVOGO) op te richten. Hilversum zou daarvoor haar eigen gasproduktie moeten afstaan aan die N.V. Dit was de reden waarom Hilversum van deze samenwerking afzag en uiteindelijk zowel als inkoper, producent en leverancier van gas voor een groot aantal Gooise gemeenten bleef functioneren.
  •   Omstreeks 1955 kwam de opkomst van aardgas ter vervanging van het steenkool en watergas. Het Rijk
    • Omstreeks 1955 kwam de opkomst van aardgas ter vervanging van het steenkool en watergas. Het Rijk kwam met het idee om in Hilversum te starten met een proef om d.m.v. een omvormingsinstallatie het aardgas te bewerken tot stadsgas. In 1959 kwam deze convertorinstallatie gereed, echter deze (overigens unieke installatie van het merk Koppers Hasche) voldeed niet aan de verwachtingen. Dit had tot gevolg dat het gemeentebestuur besloot om op korte termijn over te gaan op distributie van puur aardgas met een twee keer zo hoge calorische waarde dan het voorheen geproduceerde "stadsgas". In april 1962 werd de koolgasfabriek officieel gesloten en in 1963 begon men met de distributie van puur aardgas. Hiervoor moesten alle gastoestellen bij de gebruikers worden omgebouwd en ook het leidingnet met de regelinstallaties worden aangepast.
  •   Inmiddels was de naam van de bedrijven per 1 januari 1958 veranderd van "Gemeentelijke Lichtbedrijv
    • Inmiddels was de naam van de bedrijven per 1 januari 1958 veranderd van "Gemeentelijke Lichtbedrijven" in "Gemeentelijk Energiebedrijf" (afdelingen gas en elektriciteitsdistributie).
  •   Het stadsgas werd oorspronkelijk gebruikt voor stadsverlichting en in de huishoudens hoofdzakelijk
    • Het stadsgas werd oorspronkelijk gebruikt voor stadsverlichting en in de huishoudens hoofdzakelijk voor verlichting. Het aardgas gaf meer gebruiksmogelijkheden voor het huishouden en vooral voor de industrie. (Brandstof voor produktie en verwarming)
  •   Na de verandering van het produktiebedrijf in een distributiebedrijf is het Gemeentelijk Energiebed
    • Na de verandering van het produktiebedrijf in een distributiebedrijf is het Gemeentelijk Energiebedrijf verder uitgegroeid tot een regionaal bedrijf.
  •   b. Het Electriciteitsbedrijf.
    • b. Het Electriciteitsbedrijf.
  •   In 1890 werd door de gemeenteraad een concessie verleend voor het oprichten van een elektriciteitsc
    • In 1890 werd door de gemeenteraad een concessie verleend voor het oprichten van een elektriciteitscentrale aan de "Hollandse Electriciteits Maatschappij" (particulier). Hier werd door gas en dieselmotoren elektriciteit opgewekt. In 1913 werd deze centrale overgenomen door de provincie en sloot Hilversum een stroomafnamecontract met het Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord Holland (P.E.N.). (3) Op 25 februari 1919 besloot de gemeenteraad om een eigen gemeentelijk elektriciteitsdistributiebedrijf op te richten en het plaatselijk elektriciteitsnet van de provincie over te nemen. De tijdelijke directeur van het "Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf" was de hoofdingenieur van het P.E.N. te Hilversum, deze werd echter kort daarna, om organisatorische redenen, overgeplaatst naar Bloemendaal, zodat het bedrijf zonder directie achterbleef. De hoofdingenieur fungeerde daarom slechts als adviseur. De opwekkingscentrale werd niet overgenomen en men bleef stroom inkopen van het P.E.N.
  •   Op 18 februari 1921 besloot de gemeenteraad tot combinatie van de administratie, kas en magazijn m
    • Op 18 februari 1921 besloot de gemeenteraad tot combinatie van de administratie, kas en magazijn met de gasfabriek tot "de Gemeentelijke Lichtbedrijven". Pas in 1922 werd besloten tot benoeming van één directeur voor de "Gemeentelijke Lichtbedrijven" (bestaande uit Gasfabriek en Electriciteitsbedrijf). De bedrijven hadden ieder een eigen begroting en boekhouding. In 1933 gaf het P.E.N. te kennen geen stroom meer te willen leveren aan Hilversum en zelf de distributie ter hand te willen nemen. Hierdoor ontstond een geschil tussen Hilversum en het P.E.N., waarbij ook andere gemeenten in het land betrokken werden, die zich samen wendden tot de Regering. In 1951 werd door de Regering de "Commissie Hupkes" ingesteld die de kwestie van de stroomvoorziening landelijk moest bekijken. Uiteindelijk kreeg Hilversum in 1968 een nieuw stroomafnamecontract met het P.E.N. en ging door met de in 1919 gestarte praktijk van eigen elektriciteitsdistributie.
  •   Het voorzieningsgebied van elektriciteit beperkte zich tot Hilversum. De elektrische energie werd
    • Het voorzieningsgebied van elektriciteit beperkte zich tot Hilversum. De elektrische energie werd "en gross" geleverd door het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord Holland. De voorwaarden van deze overeenkomst waren zodanig, dat er geen sprake meer was van het voeren van een autonoom beleid. De begroting behoefde de goedkeuring van de Provincie. De gemeente was verplicht de provinciale verbruikerstarieven te hanteren. De levering aan verbruikers werd beperkt tot die welke waren aangesloten op het laagspanningsnet wier verbruik minder bedroeg dan 20 kW (20Epk). Levering aan andere gebruikers geschiedde door het P.E.N.
  •   - de openbare verlichting
    • - de openbare verlichting
  •   Het onderhoud en de uitbreiding van de openbare verlichting (O.B.V.) in de gemeente Hilversum wordt
    • Het onderhoud en de uitbreiding van de openbare verlichting (O.B.V.) in de gemeente Hilversum wordt uitgevoerd door het Gemeentelijk Energiebedrijf.
  •   Oorspronkelijk was er alleen maar gasverlichting die hoofdzakelijk dienst deed als richtverlichting
    • Oorspronkelijk was er alleen maar gasverlichting die hoofdzakelijk dienst deed als richtverlichting; alleen op de kruispunten stonden lantaarnpalen.
  •   Later met het toenemen van het verkeer, werd dit uitgebreid, eerst de hoofdwegen en daarna de woons
    • Later met het toenemen van het verkeer, werd dit uitgebreid, eerst de hoofdwegen en daarna de woonstraten. Lichttechnische eisen werden hierbij niet gesteld, het uiterlijk van de mast was van meer belang.
  •   De opkomst van de electriciteitstoepassing in de woningen bracht ook een verandering in de straatv
    • De opkomst van de electriciteitstoepassing in de woningen bracht ook een verandering in de straatverlichting te weeg. De gloeilamp deed zijn intrede en ging de gasverlichting verdringen. Dit proces van uitbreiding door middel van gloeilampverlichting heeft zich voortgezet tot aan de tweede wereldoorlog. Daarna trad er een periode van stilstand in.
  •   Inmiddels waren echter de gasontladingslampen tot ontwikkeling gekomen; na de oorlog was deze ontwi
    • Inmiddels waren echter de gasontladingslampen tot ontwikkeling gekomen; na de oorlog was deze ontwikkeling in een zodanig stadium, dat de toepassing van deze lampen in de straatverlichting tot de reële mogelijkheden behoorde. De voordelen van deze ontladingslampen waren duidelijk:
  •   belangrijk hoger rendement en
    • belangrijk hoger rendement en
  •   beduidend langere levensduur.
    • beduidend langere levensduur.
  •   Het G.E.B. heeft dit na de oorlog in studie genomen, wat heeft geresulteerd in een verlichtingsplan
    • Het G.E.B. heeft dit na de oorlog in studie genomen, wat heeft geresulteerd in een verlichtingsplan voor de gemeente Hilversum (7.). In 1951 is het G.E.B. begonnen aan de uitvoering van dit plan. In feite berustte het plan op drie doelstellingen:
  •   1. opruimen van de gaslantaarns;
    • 1. opruimen van de gaslantaarns;
  •   2. toepassen van enkel en alleen gasontladingslampen;
    • 2. toepassen van enkel en alleen gasontladingslampen;
  •   3. bereiken van een hoger lichtniveau.
    • 3. bereiken van een hoger lichtniveau.
  •   De toenmalige directie heeft een vooruitziende blik gehad: verscheidene jaren voor de ombouw op aar
    • De toenmalige directie heeft een vooruitziende blik gehad: verscheidene jaren voor de ombouw op aardgas was de gasverlichting in Hilversum reeds verwijderd en vervangen door elektrische verlichting. Door het uitbreken van de oliecrisis in de jaren 70 moest het bedrijf zich gaan bezinnen op bezuinigingen op het energieverbruik, dus ook op het energieverbruik op de straatverlichting Men is toen overgegaan op natriumverlichting met als voordelen:
  •   zuiniger energieverbruik;
    • zuiniger energieverbruik;
  •   langere levensduur;
    • langere levensduur;
  •   betere lichtopbrengst.
    • betere lichtopbrengst.
  •   c. De Radiocentrale.
    • c. De Radiocentrale.
  •   Omstreeks 1926 werd er in Hilversum gestart met radiodistributie (: het doorgeven van radiogeluid v
    • Omstreeks 1926 werd er in Hilversum gestart met radiodistributie (: het doorgeven van radiogeluid via draden naar de gebruikers.) Op 1 mei 1931 besloot de gemeenteraad om de particuliere radiodistributie, "De N.V. Hilversumse Radiocentrale", over te nemen, daar er inmiddels een ontoelaatbare wirwar van draden en kabels in de Hilversumse straten hing, samen met de spanningskabels van het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf. (4) Het Radiodistributiebedrijf werd ondergebracht bij de Gemeentelijke Lichtbedrijven en gemoderniseerd. Per 1 januari 1941 werd dit bedrijf op last van de bezetter overgedragen aan het Staatsbedrijf P.T.T. Van 1941 tot begin 1944 werd het Radiodistributiebedrijf nog geëxploiteerd door de Gemeentelijke Lichtbedrijven, voor rekening van het Staatsbedrijf. Na de oorlog werd uiteindelijk besloten dat de vooroorlogse exploitanten het beheer weer zouden moeten gaan uitvoeren. Dit is nooit gebeurd. In 1953 werd de radiodistributie bij Wet aan de P.T.T. toegewezen. Betreffende het Radiodistributiebedrijf zijn, behalve jaarverslagen, geen stukken aangetroffen.
  •   2. Het Gemeentelijk Energiebedrijf (G.E.B.), 1958 1989.
    • 2. Het Gemeentelijk Energiebedrijf (G.E.B.), 1958 1989.
  •   Per 1 januari 1958 werd de benaming van de Gemeentelijke Lichtbedrijven veranderd in "Het Gemeentel
    • Per 1 januari 1958 werd de benaming van de Gemeentelijke Lichtbedrijven veranderd in "Het Gemeentelijk Energie Bedrijf" (G.E.B.). Door de jaren heen waren de bedrijven al zodanig samengesmolten dat de gemeenteraad besloot om er officieel één bedrijf van te maken. In 1969 kwamen er nieuwbouwplannen, die pas in 1978, na een grondige reorganisatie, verwezenlijkt konden gaan worden. De resterende gebouwen van de voormalige Gasfabriek werden gesloopt of grondig verbouwd t.b.v. het moderne energiebedrijf. In 1974 nam de directeur de dagelijkse leiding op zich van het gasbedrijf te Weesp. Dit geschiedde op declaratiebasis. In 1977 werd hij door de gemeenteraad van Weesp benoemd tot directeur.
  •   a. Feestverlichting.
    • a. Feestverlichting.
  •   In de 60 er en 70 er jaren is Hilversum regelmatig gepromoot door middel van aantrekkelijke feestve
    • In de 60 er en 70 er jaren is Hilversum regelmatig gepromoot door middel van aantrekkelijke feestverlichting, o.a. in het centrum bij de winkelstraten en het park met vijver aan het Laapersveld en enkele hoofdwegen.
  •   b. Onderhoud en beheer installaties.
    • b. Onderhoud en beheer installaties.
  •   Het bedrijf is belast met het beheer en het onderhoud van de technische installaties van het Raadhu
    • Het bedrijf is belast met het beheer en het onderhoud van de technische installaties van het Raadhuis. Daarnaast heeft het bedrijf als taak het onderhoud van de scholen, het gemeentelijk woningbezit en de dienstgebouwen.
  •   c. Antennesystemen.
    • c. Antennesystemen.
  •   Na tientallen jaren van wildgroei van allerlei antennes op de daken van de huizen neemt de overheid
    • Na tientallen jaren van wildgroei van allerlei antennes op de daken van de huizen neemt de overheid in het begin van de jaren 70 het heft in handen en komt er landelijk een opkomst van centrale c.q. gemeenschappelijke antennesystemen. Ook in Hilversum begint men er over te denken om te komen tot een centraal antennesysteem. Als eerste gebied wordt de nieuw te bouwen wijk Hilversumse Meent voorzien van deze voorziening. Omdat dit gebied tegen de grens van Bussum aanligt wordt dit gebied op de ontvangstinstallatie van de gemeente Bussum aangesloten. Pas in het eind van de jaren 70 komt er een plan voor een centraal antennesysteem voor de hele gemeente. Om dat het G.E.B. zich al bezig houdt met kabels en leidingen in de grond wordt aan dit bedrijf dan ook de aanleg, het beheer en de exploitatie van een CAI opgedragen.
  •   3. Commissies van bijstand en beheer.
    • 3. Commissies van bijstand en beheer.
  •   Op 4 juli 1884 benoemde de gemeenteraad de Commissie van Bijstand der Fabriek. Deze commissie voerd
    • Op 4 juli 1884 benoemde de gemeenteraad de Commissie van Bijstand der Fabriek. Deze commissie voerde het beheer over de gasfabriek. In 1891 kreeg die commissie de naam Commissie van Beheer. In 1911 werd de naam veranderd in de Gascommissie en voerde het college van burgemeester en wethouders het beheer over de Gasfabriek. In 1919 werd ook het beheer over het elektriciteitsbedrijf opgedragen aan het college van B&W, bijgestaan door de Gascommissie. Door de vorming van de Gemeentelijke Lichtbedrijven in 1921 werd de naam wederom veranderd en wel in Commissie voor de Lichtbedrijven. In 1924 werd de naam nogmaals veranderd in Commissie voor de Bedrijven. Vanaf 1930 nam het college van B&W het beheer van de commissie over en adviseerde de directie direct aan het college. (5)
  •   ARCHIEF, ARCHIEFVORMING.
    • ARCHIEF, ARCHIEFVORMING.
  •   Tot 1 januari 1950 werd bij de gemeentelijke Lichtbedrijven gebruik gemaakt van een decimale code,
    • Tot 1 januari 1950 werd bij de gemeentelijke Lichtbedrijven gebruik gemaakt van een decimale code, overgenomen van de Lichtbedrijven te Leiden. Deze code bestond uit een decimale notatie, aangevuld met Romeinse cijfers en letters, eventueel gevolgd door: Volgmap 1, 2, etc. Van deze oude ordening zijn alleen nog de notaties van de postregistratie op de stukken terug te vinden.
  •   In 1958 is het grootste deel van het archief verloren gegaan door overstroming van de archiefkelder
    • In 1958 is het grootste deel van het archief verloren gegaan door overstroming van de archiefkelder. door hevige regenval in Hilversum, aangezien het GEB-terrein het laagste gedeelte van Hilversum is, kwam er nogal wat water naar het terrein toestromen, mede omdat het riool deze overmacht niet aan kon.
  •   Uit een nota van de afdeling interne zaken van de secretarie (d.d. 5 april 1973) (6.) bleek dat men
    • Uit een nota van de afdeling interne zaken van de secretarie (d.d. 5 april 1973) (6.) bleek dat men bij de postregistratie gebruik maakte van een referentie-kaartsysteem op naam van de afzender, dat tevens fungeerde als ingang op het archief. D.m.v. alfabetische klappers had men een trefwoordensysteem als neveningang op de code. Dat kaartsysteem dateerde uit de tijd van voor 1920, toen de chronologische archiefordening overging op zaaksgewijze ordening. De stukken werden bij de agenda van overleg / vergadering gestopt en niet in dossiers. De stukken betreffende een zaak zaten zo verspreid over verschillende overlegdossiers. Per 1 januari 1950 is men gebruik gaan maken van de VNG-code voor de bedrijven van gas, water en elektriciteit (GWE-code). Deze code was meer toegespitst op produktiebedrijven. Dit systeem bleef gehandhaafd tot 1976. Begin 1974 heeft een ambtelijke commissie voor post- en archiefzaken, om een overzicht te krijgen van de archiefwerkzaamheden, een enquête gehouden bij de gemeentelijke diensten en bedrijven en andere gemeentelijke organen. Uit die enquête bleek o.a. dat van de 5 (niet vakbekwame) personeelsleden van het secretariaat van de dienst er 4 zich bezighielden met het archief, waarvan 3 elk drie kwartier per dag en 1 personeelslid 2 uur per dag, wat al enigszins aangaf hoe veelzijdig de manier van ordenen in dit archief was geworden. Het was een klein archief waar 1 persoon een dagtaak aan had kunnen hebben, dat zou de ordening zeker ten goede zijn gekomen. Er werd inmiddels gebruik gemaakt van het fiche doorschrijfsysteem voor de postregistratie. Voor de dossierbeschrijving werd gebruik gemaakt van losbladige staten van de VNG., maar wegens tijdgebrek op de afdeling werden deze sinds 1971 niet meer bijgewerkt. Het archief bevond zich in een 13-tal 4-ladenkasten op het secretariaat en het reeds afgevoerde semi-statisch archief verbleef in de (schuil-)kelder onder het administratiegebouw. In het verleden werd wel iets aan vernietiging gedaan, echter niet volgens enige voorschriften. De beoordeling geschiedde door de chef van de betreffende afdeling. Volgens de enquête werd sinds 1971 niets meer vernietigd, ook ontbreekt een proces verbaal van vernietiging. Wel bestaat een oude dossierinventaris waarin stond aangegeven wat vernietigd was. Tot in 1974 bevonden zich stukken, ouder dan 50 jaar, nog steeds in het dynamisch archief en was er geen tijd of mankracht beschikbaar om daaraan iets te veranderen. Als gevolg van de resultaten van die enquête werd in 1976 de afdeling interne zaken van de secretarie belast met de archiefverzorging. Een medewerker van die afdeling heeft vervolgens de GWE code uitgebreid met nieuwe termen en de code aangevuld zodat deze beter zou passen bij het distributiebedrijf. Echter, de dossiers die toen naar het semi-statisch archief zijn overgebracht, zijn met hun nieuwe code tussen de reeds overgebrachte dossiers gevoegd: zodat over één onderwerp op meerdere plekken in de (nieuwe) dossierinventaris stukken voorkwamen. Sommige coderingen en termen heeft men later weer afgeschaft zodat het nog moeilijker werd om één zaak als geheel bij elkaar te krijgen. (Voor 1976 duurde het 3 dagen voordat 1 zaak bij elkaar was gezocht.)
  •   Tijdens de inventarisatie is dit wel heel duidelijk gebleken. Voor wie dit interesseert, en enig in
    • Tijdens de inventarisatie is dit wel heel duidelijk gebleken. Voor wie dit interesseert, en enig inzicht heeft in het gebruik van een code, beveel ik de concordans aan.
  •   De dossierinventaris was zeer summier opgesteld voor wat betreft de beschrijvingen van de dossiers.
    • De dossierinventaris was zeer summier opgesteld voor wat betreft de beschrijvingen van de dossiers. De datering ontbrak grotendeels.
  •   In 1958 vond in Hilversum een hevige regenval plaats, en omdat het terrein van de gasfabriek het la
    • In 1958 vond in Hilversum een hevige regenval plaats, en omdat het terrein van de gasfabriek het laagste punt van Hilversum was kwam er nogal wat water richting het fabrieksterrein. De waterkering van de (schuil )kelder, waar het oude archief in opgeslagen stond, bleek onvoldoende te zijn, wat tot gevolg had dat deze kelder bijna geheel onder water kwam te staan. Het grootste gedeelte van het daarin opgeslagen archief is verloren gegaan. Voor meer informatie over de periode voor 1958 dient men het secretarie archief te raadplegen.
  •   VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE.
    • VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE.
  •   Na een onderzoek van het archief, waaruit bleek dat er in het verleden verschillende coderingen aan
    • Na een onderzoek van het archief, waaruit bleek dat er in het verleden verschillende coderingen aan de stukken waren gegeven, heb ik gekozen om het archief voor een groot deel te herordenen met behulp van de Basis Archiefcode van de VNG. Het hoofdstuk "Stukken van Algemene Aard" is grotendeels in tact gebleven. Voor het hoofdstuk "Taakuitvoering" heb ik gekozen voor een uitwerking van het in de basis archiefcode genoemde hoofdstuk "Produkten" ( 1.713).
  •   Bij het inventariseren is voor de voorlopige beschrijvingen gebruik gemaakt van het POVO postregist
    • Bij het inventariseren is voor de voorlopige beschrijvingen gebruik gemaakt van het POVO postregistratie programma, met name van het daaraan gekoppelde Dossier Beheer Systeem (D.B.S.). Dit D.B.S. was goed te gebruiken om d.m.v. coderingen ordeningscriteria aan te brengen om de computer later daarop te laten selecteren. De ruimte beschikbaar voor de beschrijving is echter beperkt. Dat hele bestand is later overgezet in een tekstverwerkingsprogramma. Het archief van de directie gasbedrijf Weesp, vanaf 1976 zal t.z.t. ook in deze inventaris worden beschreven. Het aangetroffen archief werd als één geheel beschreven, het archiefblok was gedateerd 1920 1979, echter, er kwamen ook stukken van voor die tijd in voor. Vernietigd werden die stukken die zowel voor de administratie als voor de geschiedenis van geen belang meer waren.
  •   Bij de vernietiging werd toegepast het Besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cult
    • Bij de vernietiging werd toegepast het Besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur d.d. 24 8 1983 en van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 7 11 1983, houdende opgave van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in gemeente archieven daterende van na 1850. Voor hiaten in dit archief verwijs ik u naar het Secretarie archief uit de desbetreffende periode. De omvang aan het begin van de inventarisatie was ongeveer 30 m', na grondige selectie en vernietiging resteert 7 m'. Dit zal binnenkort worden overgebracht naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats: het Streekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek. Er zullen dan ten aanzien van de openbaarheid mogelijk enige beperkende bepalingen worden gesteld.
  •   AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE INVENTARIS.
    • AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE INVENTARIS.
  •   De stukken die zowel de uitvoering van de elektriciteitsvoorziening als de gasvoorziening betreffen
    • De stukken die zowel de uitvoering van de elektriciteitsvoorziening als de gasvoorziening betreffen zijn geplaatst bij het hoofdstuk gasvoorziening. D.m.v. van blanco nummers worden verwijzingen naar nummers elders in de inventaris aangegeven. Waar in de beschrijvingen de omschrijving "Stukken betreffende advisering aan b&w ......." staat, betekent dit dat het advies door burgemeester en weethouders is overgenomen, tenzij nader vermeld dat het niet gebeurd is.
  •   In de inhoudsopgave vindt men in de regel achter de hoofdstukken de code van de hoofdstukken uit de
    • In de inhoudsopgave vindt men in de regel achter de hoofdstukken de code van de hoofdstukken uit de basisarchiefcode van de VNG (laatste druk). Waar dit niet het geval is, is op grond van de logica besloten een apart hoofdstuk in te richten. De inventaris is doorlopend genummerd. De tussen [] opgenomen nummers zijn de plaatsingsnummers in het depot en dus alleen van belang voor de depotbeheerder. Achteraan de inventaris is een concordans opgenomen op de laatste versie van de dossierinventaris. Deze verwijst naar de inventarisnummers en dus niet naar de plaatsingsnummers.
  •   De meest gebruikte afkortingen zijn:
    • De meest gebruikte afkortingen zijn:
  •   b&w: college van burgemeester en wethouders
    • b&w: college van burgemeester en wethouders
  •   CAI: centraal antenne installatie
    • CAI: centraal antenne installatie
  •   GEB: Gemeentelijk Energie Bedrijf Hilversum
    • GEB: Gemeentelijk Energie Bedrijf Hilversum
  •   GS: Gedeputeerde Staten
    • GS: Gedeputeerde Staten
  •   inv.nr.: inventarisnummer
    • inv.nr.: inventarisnummer
  •   N.B.: Nota Bene, geeft aanvullende informatie
    • N.B.: Nota Bene, geeft aanvullende informatie
  •   NS: de N.V. Nederlandse Spoorwegen
    • NS: de N.V. Nederlandse Spoorwegen
  •   PEN: Provinciaal Electriciteits Bedrijf Noord Holland
    • PEN: Provinciaal Electriciteits Bedrijf Noord Holland
  •   PW: Dienst Publieke Werken van de gemeente Hilversum
    • PW: Dienst Publieke Werken van de gemeente Hilversum
  •   VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
    • VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
  •   VSDB: Verenigde Stroom Distributie Bedrijven in Nederland
    • VSDB: Verenigde Stroom Distributie Bedrijven in Nederland
  •   NOTEN.
    • NOTEN.
  •   1. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1851 1939. Dossier 1.824.111
    • 1. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1851 1939. Dossier 1.824.111
  •   2. Idem. Dossier XVI .07.354 I IV
    • 2. Idem. Dossier XVI .07.354 I IV
  •   3. Idem. Dossier 1.824.112 IVa.
    • 3. Idem. Dossier 1.824.112 IVa.
  •   4. Idem. Dossier 1.817.6
    • 4. Idem. Dossier 1.817.6
  •   5. Archief gemeentelijke Gascommissie, later de commissie voor de bedrijven, 1908 1939
    • 5. Archief gemeentelijke Gascommissie, later de commissie voor de bedrijven, 1908 1939
  •   6. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1970 1979. Dossier 2.07.353.211
    • 6. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1970 1979. Dossier 2.07.353.211
  •   7. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1940 1959. Dossier 1.811.111.5
    • 7. Secretarie archief gemeente Hilversum, 1940 1959. Dossier 1.811.111.5
  •   BIJLAGE 1 Chronologisch overzicht voorzieningen.
    • BIJLAGE 1 Chronologisch overzicht voorzieningen.
  •   particuliere gasvoorziening, 1857-1884
    • particuliere gasvoorziening, 1857-1884
  •   Gemeentelijke Gasfabriek, 1885-1962
    • Gemeentelijke Gasfabriek, 1885-1962
  •   particuliere elektriciteitsvoorziening, 1890-1913
    • particuliere elektriciteitsvoorziening, 1890-1913
  •   Provinciale elektriciteitsvoorziening, 1913-1919
    • Provinciale elektriciteitsvoorziening, 1913-1919
  •   Gemeentelijk Elektriciteitsvoorziening, 1919-1958
    • Gemeentelijk Elektriciteitsvoorziening, 1919-1958
  •   particuliere Radiocentrale, 1926-1931
    • particuliere Radiocentrale, 1926-1931
  •   Gemeentelijke Radiodistributie, 1931-1941(1944)
    • Gemeentelijke Radiodistributie, 1931-1941(1944)
  •   Gemeentelijke Lichtbedrijven, 1921-1958 (gasbedrijf, elektriciteitsbedrijf en radiodistributiebedr
    • Gemeentelijke Lichtbedrijven, 1921-1958 (gasbedrijf, elektriciteitsbedrijf en radiodistributiebedrijf).
  •   Gemeentelijk Energie Bedrijf, 1958-1989 (afdeling gas en elektriciteitsdistributie / Centrale Ante
    • Gemeentelijk Energie Bedrijf, 1958-1989 (afdeling gas en elektriciteitsdistributie / Centrale Antenne Inrichting).
  •  Hele toegang